Gassen: een onzichtbaar gevaar
Tegenwoordig neemt het gebruik van gassen een belangrijke plaats in zowel de industrie, de privé sfeer als ook in bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Denk hierbij niet alleen aan het gebruik van aardgas, maar tevens aan de grote verscheidenheid van industriële en medische gassen.
Gassen hebben dan ook veel voordelen: de goede regelbaarheid in processen, de verkrijgbaarheid in
hoogwaardige kwaliteiten, de mogelijkheid van schone verbranding, enzovoort.
Toch blijkt het gebruik van gassen op steeds grotere schaal ook een schaduwzijde te hebben. Ieder jaar wordt weer melding gemaakt van ongelukken, waar gassen bij betrokken waren. Ongelukken, die men in veel gevallen had kunnen voorkomen.
Een schadevoorbeeld
In het magazijn van een bedrijf stootte de heftruckchauffeur bij het in de stelling zetten van een pallet met goederen tegen de aardgasleiding.
De leiding scheurde en het uitstromende gas werd vrijwel direct ontstoken door de vlam van een dichtbij hangende kachel. Een brand was het gevolg.
Door onwetendheid duurde het geruime tijd voordat men de hoofdafsluiter van de gastoevoer kon vinden. Pas op aanwijzing van de brandweer kon de gastoevoer worden afgesloten, waarna de brandweer de brand snel onder controle had.
Niettemin ontstond een aanmerkelijke brand- en rook-/roetschade in het magazijn.
Welke risico’s zijn er?
Vluchtigheid
Een eigenschap die alle gassen bezitten is hun vluchtigheid. Bij lekkage kan een gas zich snel en vaak onopgemerkt in een ruimte verspreiden. Sommige gassen zijn lichter dan lucht en zullen opstijgen, andere gassen zijn zwaarder dan lucht en verspreiden zich als een deken over de vloer om zich in lager gelegen gedeelten op te hopen. Hierdoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan.
Brand/explosie
Veel gassen vormen met lucht een zeer brandbaar en explosief mengsel, dat gemakkelijk ontstoken kan worden. Bijvoorbeeld door een vonk van lassen, slijpen, statische elektriciteit of door een heet oppervlak.
Andere gassen zijn zelf niet brandbaar, maar hebben een zeer brandbevorderend effect. Met name bij zuurstof is dit het geval. Stoffen die onder normale omstandigheden moeilijk of geheel niet brandbaar zijn, kunnen spontaan gaan branden als ze in contact komen met zuivere zuurstof!
Een aantal gassen is vrij instabiel en kan als gevolg van diverse oorzaken (stoten of vallen van de gascilinder, blootstelling aan warmte) gaan ontleden, waardoor de cilinder kan exploderen. Een bekend instabiel gas is acetyleen.
Druk
In vrijwel alle gevallen worden gassen onder hoge druk bewaard in tanks, flessen of cilinders. Drukken van 200 bar zijn voor diverse gassoorten normaal.
Raken deze gashouders bij een brand betrokken dan zal de druk verder stijgen, waardoor uiteindelijk de houder kan exploderen.
Wordt een gashouder ernstig beschadigd, bijvoorbeeld door omvallen, waarbij de kop afbreekt, dan komt de druk plotseling vrij. Hierdoor kan de gashouder met bijzonder grote kracht als een projectiel worden weggeslingerd.
Verstikking
Doordat gassen de neiging hebben om de aanwezige lucht te verdringen, kan bij lekkage verstikkingsgevaar optreden. Voorts zijn veel gassen zeer giftig.
Tenslotte kan bij processen, waarbij het gas verbrand wordt, ook verstikkingsgevaar optreden als gevolg van een tekort aan zuurstof of door de vorming van giftige verbrandingsproducten.
Een schadevoorbeeld
In een metaalverwerkend bedrijf ontstond een defect aan een machine, dat met behulp van een autogeen lasapparaat werd gerepareerd. Na de herstelwerkzaamheden vergat de monteur de afsluiters op de gasflessen dicht te draaien.
De gebruikte poetsdoeken gooide hij over de laskar. Ten gevolge van een zuurstoflekkage bij de slangaansluiting ontvlamden de vette poetsdoeken na verloop van tijd spontaan. Er ontstond brand en de acetyleenfles die bij de brand betrokken raakte explodeerde.
Veilig werken met gassen
Ondanks de risico’s verbonden aan het gebruik van gassen, is het goed mogelijk om hiermee veilig om te gaan. Hiervoor is het strikt noodzakelijk, dat iedereen “de spelregels” kent en ze ook toepast. Om vast te stellen, of dit in uw bedrijf het geval is, dient u systematisch de situatie in uw bedrijf in beeld te brengen.
Dit kan gebeuren door de volgende stappen te nemen:
Inventariseren:
- Welke gassen zijn bij u in gebruik?
- Zijn ze duidelijk herkenbaar (denk ook aan gasleidingen)?
- Waar zijn ze opgeslagen en op welke wijze; waar lopen gasleidingen, waar zitten de afsluiters (maak een plattegrondtekening);
- Zijn de eigenschappen van deze gassen bekend?
- Beschikt u over alle veiligheidsvoorschriften voor opslag en gebruik van gassen?
- Is de aanleg van installaties altijd door erkende installateurs gebeurd?
- Hoe zijn controles en onderhoud van gasinstallaties geregeld?
Beoordelen:
Vraag hen ernaar!
Het vervoer van gasflessen en -cilinders:
- Zijn beschermkappen deugdelijk aangebracht?
- Laat gasflessen nooit vallen of hard stoten;
- Vervoer gasflessen altijd rechtopstaand.
Opslag van gasflessen, -cilinders en -batterijen:
- Sla alle voorraden op in een goede, brandveilige ruimte, bij voorkeur buiten de gebouwen, afgeschermd tegen zonlicht;
- Voer elektrische installaties explosieveilig uit;
- Zorg voor goede ventilatie, sluit ventilatie-openingen ’s winters niet;
- Geen opslag in de buurt van kelders en souterrains;
- Bescherm flessen tegen aanrijding en stoten;
- Houdt strikt de hand aan het verbod op roken en open vuur;
- Binnen 10 meter afstand van de gassen mag geen opslag van brandbare goederen zijn;
- Bewaar gassoort bij gassoort en sla volle en lege flessen gescheiden op;
- Zet gascilinders vast met kettingen of beugels;
- Beschermkappen behoren altijd aangebracht te zijn.
Opstelling gastanks:
- Voldoende verwijderd van de gebouwen: minimaal 15 meter;
- Opstelling niet in de buurt van kelders en souterrains;
- Plaats een deugdelijk hekwerk om de gastank, herstel beschadigingen aan het hekwerk direct;
- Binnen 10 meter mogen geen brandbare goederen of hoog gras aanwezig zijn;
- Houdt strikt de hand aan het verbod op roken en open vuur.
Gasleidingnetten:
- Laat aanleg uitsluitend verrichten door een erkend installateur;
- Zorg voor periodieke controle op het goed functioneren van de appendages;
- Draai na werktijd afsluiters dicht en controleer ’s morgens op drukverlies; laat lekkages direct verhelpen;
- Houdt de hoofdafsluiter altijd goed bereikbaar.
Autogeen laskar:
- De kar moet stevig staan en de cilinders moeten goed worden gebeugeld;
- Zorg dat een metalen scherm aanwezig is tussen zuurstof en acetyleen, ter plaatse van de reduceertoestellen;
- Sleutels moeten op de cilinders aanwezig zijn;
- Controleer regelmatig de werking van reduceertoestellen en manometers
- Zorg dat een vlamdover in de acetyleenleiding aanwezig is, direct na het reduceertoestel;
- Houdt de zuurstofappendages goed vetvrij;
- Vervang beschadigde en uitgedroogde slangen direct;
- Wikkel de slangen niet om de cilinders;
- Bevestig de slangen goed met slangklemmen;
- Zorg voor een brandblusapparaat op of bij de kar;
- Zet de laskar na werktijd op een veilige plaats.
Vullen van karweiflesjes:
- Laat het vullen altijd buiten de gebouwen plaatsvinden;
- Plaats tijdens het vullen de grote gasfles op een stevige bok;
- Uiteraard niet roken en geen open vuur in de omgeving tijdens het vullen;
- Verwijder na het vullen de vulnippel en zet de grote gasfles weer rechtop, dus niet op de kop laten hangen.
Algemene tips voor het gebruik van gassen:
- Gebruik nooit verloopnippels, omdat voor gassen met verschillende eigenschappen de gashouders uit veiligheidsoverwegingen zijn uitgevoerd met verschillende schroefdraad;
- Draai afsluiters altijd langzaam open;
- Gebruik gasflessen/-cilinders nooit liggend, omdat het gas dan in vloeistofvorm kan uitstromen en grote steekvlammen kan veroorzaken;
- Lege flessen zijn nooit 100% leeg, dus behandel ze op dezelfde manier als gevulde flessen;
- Instrueer personeel voldoende over de eigenschappen van de te gebruiken gassen;
- Gebruik het gas alleen voor de bedoelde toepassing, dus gebruik bijvoorbeeld zuurstof nooit voor persluchtgereedschap, het opblazen van banden en het schoonblazen of afkoelen van mensen of machines.